Het beeld dat waakt over Rio de Janeiro
Het was de droom van een priester, Pedro Maria Boss, in 1850 om een standbeeld te laten bouwen boven op de berg Corcovado. Echter Koningin Isabel zag er weinig in. In 1921 lukte het de kerk alsnog om voldoende geld in te zamelen tijdens de Semana do Monumento, Monumentenweek. Het duurde echter tot 12 oktober 1931 totdat eindelijk het beeld officieel ingewijd kon worden door de toenmalige president Getúlio Vargas.
Het beeld Cristo Redentor is 38 meter hoog en weegt 1145 ton. Het staat boven op de 710 meter hoge berg Corcovado, vanwaar het waakt over Rio de Janeiro. De spanwijdte van de armen is 28 meter. Het beeld is ontworpen door ingenieur Heitor da Silva Costa en met de hulp van de Frans-Poolse beeldhouwer Paul Landowski werd het beeld in eerste instantie in Frankrijk gemaakt in blokken van 16 ton. Het moet een enorme operatie zijn geweest om alles te vervoeren naar Brazilie tot bovenop de 710 meter hoge berg Corcovado.
Rio de Janeiro
Het carnaval is slechts de grandioze, vuurspuwende top van een vulkaan van dronken levensvreugde. Dans, alcohol, strand, sport en zon zijn levenselixers van de bijna zes miljoen inwoners van Rio de Janeiro. De brede stranden, vooral dat van Copacabana, zijn centra van levenshonger.
Langs de stranden van Copacabana, Ipanema en Leblon aan de Atlantische Oceaan staan de appartementenflats van de rijke middenklasse. Daarboven tegen de berghellingen, als vermaning, strekken de wijken van de armen, de favelas, zich uit. Tussen Flamengo en Copacabana stijgt van Praia Vermelha elk halfuur een cabine van de kabelbaan naar een van de kenmerken van Rio, de bijna vierhonderd meter hoge Suikerberg.
Een mooie close-up van Cristo Redentor
Cristo Redentor bewaakt de stad
Het andere kenmerk is het bijna veertig meter hoge Christusbeeld, dat op de meer dan zevenhonderd meter hoge Corcovadorots ten westen van de Suikerberg zijn armen over de stad uitspreidt. Een weg met haarspeldbochten door een stuk oerwoud en een tandradbaan leiden naar boven. De bergrug, van waaruit de Corcovado zich verheft, scheidt de zuidelijke zijde van het zorgvuldig geprojecteerde en rijke stadsdeel Barra da Tijuca aan de noordelijke zijde van het nationale park da Tijuca.
Rio de Janeiro dankt zijn verblindende schoonheid aan de ligging aan de westkust van de weidse Guanabarabaai aan de voet van een schilderachtige bergtop, de ‘Morros’, en de beboste uitlopers van het Braziliaanse hoogland.
Dat maakte kennelijk ook indruk op de Portugese ontdekkingsreiziger Andre Gonsalves, toen hij op nieuwjaarsdag van het jaar 1502 de baai van Guanabara binnenliep. Hij hield de baai bij vergissing voor een rivier en gaf hem de naam Januaririvier’ aan, Rio de Janeiro. Omdat de baai een ideale natuurlijke haven is, bouwde de Portugees Goncalo Coelho in 1503 een nederzetting onder aan de Suikerberg. Pas in 1565 werden de fundamenten van de ‘Cidade de Sao Sebastiao de Rio de Janeiro’ gelegd op de plaats van het huidige centrum.
Toen men in het begin van de achttiende eeuw in de mijnen van Gerais, ten zuiden van het tegenwoordige Brasilia, goud vond, begon een immigratiegolf vanuit Europa. De stad groeide snel tot buiten haar grenzen en loste in 1763 Bahia als koloniale hoofdstad af. De goudmijnen waren al spoedig uitgeput, maar na een kortstondige economische crisis begon men koffie te exporteren. Toen ook nog in 1808 de Portugese koninklijke familie uit Europa hier naartoe vluchtte, groeide de kolonie nog sneller. Men bouwde nieuwe huizen, restaureerde de oude, legde nieuwe straten aan en ontwikkelde de stedelijke waterleiding verder.
Cathedral Metropolitana
Nadat koning Johannes VI in 1821 terug naar Portugal was gegaan en Brazilie in 1822 onafhankelijk was geworden, begon men opnieuw te bouwen. Tegen het einde van de eeuw had men de stad met paardenrenbanen, een spoorwegaansluiting, straatverlichting, radiotelegrafie en telefoondiensten op het niveau van de modernste stand van techniek gebracht. Na de eeuwwisseling vielen opnieuw oude koloniale gebouwen ten offer aan de bouw van nieuwe en bredere doorgaande straten en steeds hogere flatgebouwen. Nog in de jaren zestig van de twintigste eeuw moesten koloniale gebouwen wijken voor het indrukwekkende avantgardistische gebouw van de Catedral Metropolitana, die in 1976 werd ingewijd.
Maar enkele oude straten liggen verborgen aan beide zijden van de centrale voetgangerspassage Avenida Rio Branco. Hier verdringen de mensen zich voor honderden kleine winkels. Er is in de talrijke restaurants rond twaalf uur ’s middags nauwelijks plaats, want het eten is hier goedkoper en vaak beter dan in de toeristenrestaurants in het zuiden van de stad.
Ook op het toleiland Ilha Fiscal is de tijd stil blijven staan. De groenige gebouwen zijn in 1880 in neogotische stijl opgetrokken. Het weelderige en zorgvuldig gerestaureerde paleis biedt sinds 1999 onderdak aan het Museum Cultural da Marinha, waarin kleren en gebruiksvoorwerpen van de koninklijke familie te zien zijn.
Een oase midden in de hectische metropool is de Jardim Botanico in het nationale park Tijuca. Het staat bekend als een van de mooiste tropische botanische tuinen ter wereld. Johannes VI liet hier belangrijke planten uit andere tropische regio’s aanplanten. In de reusachtige tuin groeien tegenwoordig ongeveer zevenduizend soorten.